[1] Adiyiah J., Acheampong M.A., Ansa E.D.O., Kelderman P., 2014. Grain-size analysis and heavy metals distribution in sediment fractions of Lake Markermeer in the Netherlands.International Journal of Environmental Science and Toxicology Research, 2(8), 160-167.
[2] Barciela‐Rial M., Van Paassen L.A., Griffioen J., Van Kessel Th., andWinterwerp H.C., 2020. The effect of solid‐phase composition on the drying behavior of Markermeer sediment. Vadose Zone Journal, 19 (1), https://doi.org/10.1002/vzj2.20028.
[3] Brodzikowski K., Van Loon A.J., 1979. Comparison of metasedimentary structures and their genesis in some Holocene lagoonal sediments of the Netherlands and Pleistocene (Mindel) glacio-fluvial sediments of Poland.Bulletin de l'Académie Polonaise des Sciences, Série Sciences de la Terre, 27(1/2), 95-105.
[4] Colina Alonso A., Van Maren D.S., Elias E.P.L., Holthuijsen S.J., Wang Z.B., 2021. The contribution of sand and mud to infilling of tidal basins in response to a closure dam.Marine Geology, 439, 106544.
[5] De Glopper, R.J., 1973. Subsidence after drainage of the deposits in the former Zuyder Zee and in the brackish and marine forelands in The Netherlands. Van Zee tot Land, 50, 205 pp.
[6] De Koning J.C., Wiggers A.J., 1955. Over de bodemgesteldheid van Oostelijk Flevoland [On the soil properties of Oostelijk Flevoland]. Van Zee tot Land, 15, 52 pp.
[7] De Lucas Pardo M.A., Bakker M., Van Kessel R., Cozzoli G., Winterwerp J.C., 2013. Erodibility of soft freshwater sediments in Markermeer: the role of bioturbation by meiobenthic fauna.Ocean Dynamics, 63(9/10), 1137-1150.
[8] De Ridder, N.A,, Wiggers, A.J., 1959. Over de granulometrische samenstelling van de siltfractie van enkele Kenozofsche afzettingen in Nederland [On the granulometry of the silt fraction of some Cenozoic deposits in The Netherlands].Geologie en Mijnbouw, 21, 416-433.
[9] De Rozari, Ph.2009. Sediments and nutrient dynamics in the Lake Markermeer, The Netherlands.Indonesian Journal of Chemistry, 9(1), 62-69. doi.org/10.22146/ijc.21563.
[10] Doppert J.W.C., Ruegg, G.H.J., Van Staalduinen, C.J., Zagwijn, W.H., Zandstra, J.G., 1975. Formaties van het Kwartair en Boven-Tertiair in Nederland [Quaternary and Upper Tertiary formations in The Netherlands]. In: W.H. Zagwijn, C.J. van Staalduinen (Eds.), Toelichting bij Geologische Overzichtskaarten van Nederland [Explanations to General Geological Maps of The Netherlands]. Rijks Geologische Dienst (Haarlem), 11-16.
[11] Ente P.J.,1964. Thickness variations of the sandy Almere deposits in the former Zuiderzee area (The Netherlands). In: L.M.J.U. van Straaten (Ed.), Deltaic and Shallow Marine Deposits. Developments in Sedimentology (Elsevier, Amsterdam) 1, 123-128.
[12] Ente P.J.,1971. Sedimentary geology of the Holocene in the Lake IJssel region. In: J.D. de Jong (Ed.): Sedimentology, Research on Sedimentology and Sedimentary Geology in The Netherlands. Geologie en Mijnbouw, 50(3), 373-382.
[13] Ente P.J., Wiggers A.J., 1963. Over de bodemgesteldheid van Zuidelijk Flevoland [On the soil properties of Zuidelijk Flevoland]. Van Zee tot Land, 34, 56 pp.
[14] Ente P.J., Van Straaten L.M.J.U., Wiggers A.J., Van Voorthuysen J.H., Wagner C.W., Van der Werff A., 1961. Sedimentation and micropalaeontology of the Holocene of Eastern Flevoland. Excursion Guide 7th European Micropaleontological Colloquium (TheNetherlands and Belgium), 13 pp.
[15] Hissink D.J.,1929. De bodemkundige gesteldheid van den Andijker Proefpolder in het jaar 1927-1928
[The soil condition of the Andijk polot polder in the year1927-1928].Mededelingen can de Commissie Advies Proefpolder Andijk, 1.
[16] Kelderman P., De Rozari P., Mukhopadhyay S., andAng’weya T.O., 2012a. Sediment dynamics in shallow Lake Markermeer, The Netherlands: field/laboratory surveys and first results for a 3-D suspended solids model.Water & Science Technology, 66(9), 1984-1990.
[17] Kelderman P.,R. Ang’weya, R.O., De Rozari,P. Vijverberg,T.,2012b. Sediment characteristics and wind-induced sediment dynamics in shallow Lake Markermeer, the Netherlands.Aquatic Sciences, 74, 301-313.
[18] Koopstra R.,1961. Over de bodemgesteldheid van het noordwesten van Oostelijk Flevoland (noordelijk deel) [On the soil properties of the northwestern part of Oostelijk Flevold (northern area)]. Rapport Kartering Oostelijk Flevoland na Droogvalling, 10, 19 pp.
[19] Koopstra R.,1962. Een vergelijking van de geologische indelingen van Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland [Comparison of the geological patterns of the Noordoostpoldet and Oostelijk Flcvoland]. Rapport Kartering Oostelijk Flevoland na Droogvalling, 11, 21 pp.
[20] Kuenen, Ph.H., 1959. Dutch post-war coastal studies. In: R.J. Russell (Ed.): Second Coastal Geography Conference, 285-300.
[21] Maerz J., Verney R., Wirtz, K. Feudel U., 2011. Modeling flocculation processes: Intercomparison of a size class-based model and a distribution-based model.Continental Shelf Research, 31, S84-S93.
[22] Mietta F., Chassagne C., Manning A.J., Winterwerp J.C., 2009. Influence of shear rate, organic matter content, pH and salinity on mud flocculation.Ocean Dynamics, 59, 751-763.
[23] Muller, J. Van Raadshoven, B., 1947. Het Holoceen in de Noordoostpolder [The Holocene of the Northeastern polder]. Tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap, 2-64, 153-185.
[24] Pons LJ., Wiggers A.J., 1959-1960. De Holocene wordingsgeschiedenis van Noord-Holland en het Zuiderzeegebied [The genesis of Noord-Holland and the Zuiderzee area]. Tijdschrift Koninklijk Aardtijkskundig Grenootschap, 76, 104-152 + 77, 3-57.
[25] Roeleveld W.,1974. The Holocene evolution of the Groningen marine district. Ph.D. thesis Vrije Universiteit (Amsterdam), 132 pp.
[26] Saaltink R.M., Dekker S.C., Griffioen J., Wassen M.J., 2018. Vegetation growth and sediment dynamics in a created freshwater wetland.Ecological Engineering, 111, 11-21.
[27] Skinnebach K.H., Fruergaard M., Andersen T.J., 2019. Biological effects on flocculation of fine-grained suspended sediment in natural seawater.Estuarine, Coastal and Shelf Science, 228, 106395.
[28] Smits H., Wiggers A.J., 1959. Soil survey and land classification as applied to reclamation of sea bottom land in the Netherlands. International Institute for Land Reclamation Improvement Publications, 4, 60 pp.
[29] Son M., Hsu T.-J., 2011. The effects of flocculation and bed erodibility on modeling cohesive sediment resuspension,Journal of Coastal Research, 116, C03021.
[30] Soulsby R.L., Manning A.J., Spearman J., Whitehouse R.J.S., 2013. Settling velocity and mass settling flux of flocculated estuarine sediments.Marine Geology, 339: 1-12.
[31] Stolp J.,1999. De bodemgesteldheid van de deelgebieden Blokzijl-Vollenhove en Blankenham-Kuinre in het landinrichtingsproject Noordwest-Overijssel; resultaten van een bodemgeografisch onderzoek [The soil characteristics of the Blokzijl-Vollenhove and Blankenham-Kuinre areas in the land development project Northwest Overijssel; results of a soil geographical investigation]. DLO-Staring Centrum (Wageningen) Report, 626, 144 pp.
[32] Ton A.M., Vuik C., Aarninkhof S.G.J., 2020. Sandy beaches in low-energy, non-tidal environments: Linking morphological development to hydrodynamic forcing.Geomorphology, 374, 107522.
[33] Van Loon, A.J., 1981. Problems of Holocene lithostratigraphy. In: A.J. van Loon (Ed.): Quaternary Geology: A Farewell to A.J. Wiggers. Geologie en Mijnbouw, 60(3), 353-361.
[34] Van Loon, A.J., 2019. De wonderbaarlijke bodemvan de Noordoostpolder [The marvelous soil of the Noordoostpolder].Grondboor & Hamer, 73(3), 90-93.
[35] Van Loon A.J., Wiggers A.J., 1975a. Litho-, bio-, and chronostratigraphy of the Holocene Dutch "sloef" (Almere Member of the Groningen Formation).Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie, 12(1), 3-24.
[36] Van Loon A.J., Wiggers A.J., 1975b. Holocene lagoonal silts (formerly called "sloef") from the Zuiderzee.Sedimentary Geology, 13(1), 47-55.
[37] Van Loon A.J., Wiggers A.J., 1975c. Composition and grain-size distribution of the Holocene Dutch "sloef" (Almere Member of the Groningen Formation).Sedimentary Geology, 13(4), 237-251.
[38] Van Loon A.J., Wiggers A.J., 1975d. Erosional features in the lagoonal Almere Member ("sloef") of the Groningen Formation (Holocene, central Netherlands).Sedimentary Geology, 13(4), 253-265.
[39] Van Loon A.J., Wiggers A.J., 1976a. Abrasion as an agent for sand supply in a Holocene lagoon (Almere and Zuiderzee Members, Groningen Formation) in The Netherlands.Sedimentary Geology, 15(4), 293-307.
[40] Van Loon A.J., Wiggers A.J., 1976b. Primary and secondary synsedimentary structures in the lagoonal Almere Member (Groningen Formation, Holocene, The Netherlands).Sedimentary Geology, 16(2), 89-97.
[41] Van Loon A.J., Wiggers A.J., 1976c. Metasedimentary "graben" and associated structures in the lagoonal Almere Member (Groningen Formation, The Netherlands).Sedimentary Geology, 16(4), 237-254.
[42] Van Loon A.J., Wiggers A.J., 1977. The Nagele Member of the Groningen Formation (Holocene, The Netherlands). Mededelingen van de Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie10.2166/wst.2012.325 14 (4), 103-123.
[43] Weerts H.J.T., Cleveringa, P., Ebbing, J.H.J., De Lang, F.D., Westerhoff, W.E., 2000. De lithostratigrafische indeling van Nederland - Formaties uit het Tertiair en Kwartair; Versie 2000
[The lithostratigraphy of The Netherlands - Tertiary and Quaternary Formations; 2000 version. TNO Report, NITG 00-95-A, 86 pp.
[44] Wiggers A.J.,1955. De wording van het Noordoostpoldergebied [The genesis of the Northeastern Polder area]. Van Zee to Land, 14, 216 ppVan Zee to Land or Van Zee tot Land, 14, 216 pp.
[45] Wiggers A.J., De Jong F.H., Spanjer K., 1962. De bodemgesteldheid van de Noordoostpolder [The soils of the Noordoostpolder]. Van Zee tot Land, 33, 139 pp.
[46] Zuur A.J.,1936. Over de Bodemkundige Gesteldheid van de Wieringermeer [On the soil properties of the Wieringermeer]. Ministerie van Waterstaat ('s-Gravenhage), 113 pp.
[47] Zuur A.J.,1943. Over de betekenis van de fracties 0-2 and 0-16 mu voor de indeling der zwaardere gronden in de Noordoostpolder [On the significance of the 0-2 and 0-16 μm fractions for the classification of heavier soils in the Noordoostpolder]. Intern Report Bodemkundige Afdeling Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken}(Kampen), 13 pp.
[48] Zuur A.J.,1948a. Over de bodemkundige gesteldheid van de zuidelijke kom van het Ijsselmeer [On the soil properties of the southern part of Lsake IJssel]. Intern Report Bodemkundige Afdeling Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken}(Kampen), 8 pp.
[49] Zuur A.J.,1948b. Over de bodemkundige gesteldheid van het westelijke gedeelte van de Noordoostpolder [On the soil properties of the western part of the Noordoostpolder]. Intern Report Directie Wieringermeer (Noordoostpolderwerken),(Kampen), 5 pp.
[50] Zuur A.J.,1950. Over de bodemkundige gesteldheid van de toekomstige oostelijke polder in het Ijsselmeer [On the soil properties of the future eastern polder in Lake IJssel].Jaarboek 1950 Algemene Bond Oud-Leerlingen Inrichting Middelbaar Landbouwonderwijs, 1-8.
[51] Zuur A.J.,1951. Ontstaan en aard van de bodem van de Noordoostpolder [Genesis and nature of the bottom of the Noordoostpolder]. Van Zee tot Land, 1, 19 pp.
[52] Zuur A. J.,1954. Over de betekenis van de fracties 0-2 mu en 0-16 mu voor de indeling van de zwaardere gronden in de Noordoostpolder [On the significance of the 0-2 and 0-16 μm fractions for the classification of heavier soils in the Northeastern Polder]. In: Langs Gewonnen Velden. Veenman & Zonen(Wageningen), 131-142. |